Big Dave & The Dutchmen
Naked Records
Mag je Big Dave & The Dutchmen een supergroep noemen? Dat mag zeker wanneer zanger-mondharmonicaspeler David ‘Big Dave’ Reniers een verbond sluit met de crème de la crème van de Nederlandse blues/roots scene. Reniers was ooit het boegbeeld van de Antwerpse Electric Kings, die in de jaren 90 de Belgische bluesboom initieerde. Nu maakte hij een nieuw album met toetsenist Roel Spanjer (Birdcatcher), gitarist Mischa den Haring (T99) en roemruchte broers drummer Darryll en bassist/gitarist Dusty Ciggaar (Dry Riverbed Trio, Ian Siegal Band, Minko, The Rhythm Chiefs).
Een chromatische mondharmonica, de lome beat, het pianospel van Spanjer en de diepdonkere stem waarmee de plaat opent belooft veel goeds. Het onheilspellend klinkende Never Love Again, laat horen dat we van doen hebben met musici die van de hoed en de rand weten. Het nummer wordt later nog eens overgedaan in een upbeat versie, waarin de Howlin’Wolf-modus accelereert.
In 2 dagen namen de heren het album op in de Rabbit Field Studio van Stef Kamil Carlens. Hij tekent ook voor de vuurvaste productie waarmee het 5-tal een ode aan de Chicagoblues in haar glansperiode. Reniers schreef alles zelf, hier en daar samen met de bandleden. Behalve Screwdriver, een cover van Billy Bizor, die in de vroege jaren 60 even mondharmonica speelde bij zijn neef Lightnin’ Hopkins. Ook met uitstapjes naar gospel (Trouble Of The World dat de plechtstatige sfeer van St. James Infirmary ademt) en authentiek klinkende rhythm & blues (het onbekommerde This Work). Een debuut om in te lijsten.
Marcel Haerkens