Nate Smith blijft de kloof tussen jazz, hiphop en r&b dichten. Met ‘LIVE-ACTION’ kiest hij voor een intiem geluid vol menselijkheid, swing en verrassende gastbijdragen.
Én een afgeladen vol Paradiso.
Tekst: François van de Linde
Drummer en producer Nate Smith is een grote naam in het gilde van muzikanten die verbindingen zoekt tussen jazz en stromingen als hiphop en r&b. De drummer heeft door de jaren zoveel credit opgebouwd dat hij Paradiso uitverkoopt. Net als Kinfolk: Postcards From Everywhere (2017) en Kinfolk 2: See The Birds (2021) drijft zijn nieuwste plaat Live-Action op gastrollen. De sfeer is deze keer duidelijk intiemer en warmer.
Crossovergroove
Het is 11 november. Zingend, met lampionnetjes in de hand, harken kleuters snoep binnen aan de deur. In Oeteldonk (aka Den Bosch – red.) vieren volwassenen in gehesen boerenkielen het begin van het carnavalsseizoen. Ondertussen is Paradiso in Amsterdam afgeladen vol. Nate Smith is in trek. Met toetsenist James Francies, saxofonist Josh Johnson en bassist Michael League van Snarky Puppy zet de drummer en producer een sterke show neer. Crossovergroove van hoog niveau. Het gebrek aan vocalen lijkt het publiek niet te deren. De nadruk ligt op intensieve interactie, intrigerende klankvariatie en opwindende solo’s, als een soort Weather Report van de 21e eeuw.
Supergroep
Eerder die dag, in de kleine maar keurige kleedkamer backstage, zegt Smith: ‘Het is mijn eerste optreden als leider hier in de grote zaal. Om dat dan maar meteen met deze topmuzikanten te kunnen doen is fantastisch. Het is een supergroep. En het zijn ook nog eens geweldige mensen.’ Daar is geen woord Frans bij. Het gerenommeerde drietal is tevens de kern van het album LIVE-ACTION. Smith, ooit drummer in groepen van befaamde muzikanten als bassist Dave Holland en saxofonist Chris Potter, werkt daarop samen met onder andere zangeres Lalah Hathaway, zanger Jermaine Holmes en trompettist Marquis Hill.
Op LIVE-ACTION doen verschillende artiesten mee, maar de plaat is niet overgeproduceerd. Eerder een intiem feestje met een vintage sound.
‘Ik wilde dat het een beetje klonk als lo-fi cassettebandjes. Dat warme geluid van verzadiging van tape. Ik denk dat ik in wezen ook bezig was om herinneringen op te halen. Die dromerige klanken van de Moog, Fender Rhodes en synths brengen me terug naar vroeger.’
Het doet me denken aan platen als ‘The Dude’ van Quincy Jones.
‘Dat is een van mijn favorieten! Met zulke platen ben ik opgegroeid. Mijn vader draaide The Dude heel veel. Ik hoorde thuis ook platen van The Crusaders en George Duke. Die muziek zit in mijn ziel. Ook de manier waarop ze gemaakt zijn, ben ik nooit vergeten. Ik heb ongeveer de helft van de plaat zelf ingespeeld. Daarnaast heb je de gastbijdragen. En op sommige nummers waren we allemaal tegelijk in de studio.’
Op Instagram staat een clipje waarin je tegen studenten sprak over het belang van fouten maken. En, in het verlengde daarvan, een muzikaal verhaaltje afronden. Had je die methode bij ‘LIVE-ACTION’ ook in gedachten?
‘Absoluut. Ik heb de imperfecties erin gelaten. Naast James Francies speel ik ook keyboard, maar ik ben natuurlijk geen pur sang speler. De foutjes zijn in mijn ogen juist van groot belang. We leven in een tijdperk waarin het moeilijk is te onderscheiden wat door een mens of machine gemaakt is. Ik wil juist zoveel mogelijk menselijkheid in de muziek als mogelijk is. Tuurlijk, het moet niet te zot worden, maar ik ga geen correcties met ProTools uitvoeren. Ik wil dat ik me senang voel bij de muziek.’
Lalah Hathaway en Lionel Loueke laten op mooie wijze van zich horen, maar Smith licht zelf de voor hem onbekende zanggroep säje en het nummer ‘Big Fish’ eruit. Hoe kwam hij bij hen terecht?
‘Ik had via sociale media al een poosje contact met Sara Gazarek en we speelden al eens met het idee om een song op te nemen. Ik stuurde haar uiteindelijk Big Fish. Bandlid Amanda Taylor bemoeide zich er ook mee. Zij kwam onder andere met dat fantastische intermezzo. Ik was er ondersteboven van. Hier moest ik ruimte voor maken. Hun harmonieën zijn geweldig. Ik vind het tof om zulke talenten een podium te geven en denk dat we nog heel veel van hen gaan horen.’
In je interview met Jazzism drie jaar geleden zei je dat je door hiphop bent gaan drummen. Het lijkt erop dat vanaf jouw generatie de fusie tussen jazz en hiphop compleet is. Wat is volgens jou de belangrijkste connectie?
‘Jazz en hiphop komen natuurlijk beide voort uit de onderdrukking van een ras en ontwikkeling in de marge. Maar de essentie voor mij is swing. De plaatsing van de noten, het triolengevoel. Stel je eens voor dat je achtereenvolgens naar je favoriete rapper en saxofonist luistert. Ik weet zeker dat je gelijkenissen in frasering en intonatie hoort. Ik heb altijd gehouden van jazzy rappers als Common. Bij hen hoor je dat gevoel van ontdekking in het moment.’
‘In dit verband mag Dilla niet onbesproken blijven. Er is eigenlijk vóór en ná Dilla. Hij ademde swing en leven in de muziek die hij programmeerde. Hij is ongetwijfeld de hiphopper die het meeste invloed op de jazzinstrumentalisten van mijn generatie heeft gehad. Wij probeerden steeds zijn manier van swingen bij te houden en hebben zo onze weg gevonden op het snijvlak van jazz en hiphop.’
Onlangs ben je 50 geworden, nog jong en energiek. Maar hoe zie jij de toekomst?
‘Grappig dat je dat zegt. Ik denk daar tegenwoordig meer over na. Toevallig had ik daar eergisteren een gesprekje over met Jason Moran. Hij kwam kijken naar ons optreden in Brno. Jason is ook net 50. Hij zei iets dat bij me bleef hangen: “wat gaan we nog met onze goeie jaren doen?” Nou, ik hoop dat ik nog heel veel goede jaren mag hebben. Ik denk dan aan de pas overleden Jack DeJohnette. Zijn lef om tegelijk drummer en leider te zijn en nieuwe wegen in te slaan heeft mij ontzettend geïnspireerd. Hij is voor mij echt een ijkpunt.’
Je woonde lange tijd in New York en ging toen naar Nashville. Bevalt dat nog steeds?
‘Ondertussen ben ik weer verhuisd, nu naar Virginia waar ik geboren ben. Na negentien jaar New York en twee jaar Nashville is het heel fijn om in de buurt van familie te wonen. Mijn moeder en zus wonen er ook. Mijn moeder is inmiddels 85 en nog energiek. Ze is in orde, maar toch vind ik het fijn om haar een beetje in de gaten te houden, snap je?’
Gezien: Nate Smith met band op 11 november in de grote zaal van Paradiso.


