Menu Sluiten

Uitgelicht: Rudy Van Gelder

Hij nam ongelooflijk veel platen op, waarbij tientallen echte monumenten. Een Top Tien daarvan is dus ondoenlijk. Daarom hier een elftal keuzes uit zijn oevre, die lopen van enige curiositeiten naar zijn eigen voorkeur: een plaat van Jobim! Onderaan de pagina kun je deze tracks beluisteren via Spotify.

1. We’ll Be Together Again (album: Joe Mooney – Do You Long For Oolong, HEP/Decca 1951)

Een curiosum. Niet dat dit de beste track ooit is van Rudy van Gelder, maar dit lied van zanger/accordeonist Joe Mooney was wel zijn eerste commercieel uitgebrachte plaat. Het werd Mooney’s grootste hit en Van Gelder kreeg daardoor meer opdrachten.

2. The Gears (album: Gil Mellé – New Faces, New Sounds, Blue Note 1952/53)

Na dit album op Blue Note van de weinig bekende baritonsaxofonist Gil Mellé begon het naar zijn eigen zeggen voor Rudy van Gelder pas echt te lopen. ‘I was intensively organized, so I was able to engineer sessions comparatively faster than most other studios in New York.’

3. Bag’s Groove (album: Miles Davis – Bag’s Groove, Prestige 1953)

Er was naast zijn opvallende technische gaven nog een aspect waarom men graag naar zijn studio te Hackensack kwam: Van Gelder was een stuk goedkoper dan de grote studio’s. Kleine labels als Savoy, Prestige en Blue Note stuurden de musici graag naar zijn huisstudio, ook al vanwege de goede geluidsapparatuur.

4. Quicksilver (album: Art Blakey – A Night at Birdland Vol 1, Blue Note 1954)

Van Gelder zat niet aan zijn eigen studio te Hackensack gebakken. Een opname zoals deze in Birdland was een kolfje naar zijn hand. ‘Birdland was an ideal place for Art Blakey, from a recording and showbiz point of view. You knew immediately that the group was way more than just another bebop band.’

5. Walkin’ (album: Miles Davis – Walkin’, Prestige, 1954)

Vrijwel alle Prestige-platen werden in Hackensack opgenomen, ook als er ‘New York’ op de hoes stond. ‘Ik denk dat Bob Weinstock niet kon accepteren dat een stadje als Hackensack echt een plek was om “high-end records” te maken.’ Het werden wel bijna

allemaal klassiekers, zoals deze. Vond hijzelf ook prachtig.

6. All The Things You Are (album: Meditations – Elmo Hope Trio, Prestige 1955)

Rudy van Gelder was op zijn best als hij een pianist centraal kon stellen. Zoals bij dit fijnproeversalbum van Elmo Hope uit 1955 (later ook uitgebracht als The Elmo Hope Memorial Album, op OJC Classics).

7. Strollin’ (album: Horace Silver – Horace-Scope, Blue Note 1960)

In 2006 had Van Gelder deze plaat nog eens geremastered. Ook afgespeeld op huis-, tuin – en keukeninstallaties een feest van schittering, ruimte en helderheid.

8. A Love Supreme (album: A Love Supreme – John Coltrane, Impulse! 1965)

Ook al koppelen veel jazzliefhebbers zijn naam altijd aan het Blue Note-label, Van Gelder bleef wel degelijk onafhankelijk. Ook voor het roemruchte label Impulse! nam hij een aantal legendarische platen op. Zoals A Love Supreme. Toch kreeg hij de

grootsheid van dit album pas door toen hij het in 2002 ging remasteren…

9. The Sermon (album: The Sermon – Jimmy Smith, Blue Note 1959)

Een orgel in je studio is vragen om moeilijkheden, vooral als Jimmy Smith erop gaat spelen: hij liet je alle hoeken van de studio zien. Van Gelder nam het instrument over van Ozzie Cadena (van het label Savoy) en gebruikte het ook bij de beroemde plaat Genius + Soul = Jazz van Ray Charles.

10. Soul Station (album: Soul Station – Hank Mobley, Blue Note 1960)

Een van de allermooiste platen op Blue Note, dit meesterwerk van tenorsaxofonist Hank Mobley – een icoon van Blue Note. Met pianist Wynton Kelly, bassist Paul Chambers en drummer Art Blakey. En wat een prachtige heldere sound!

11. Wave (album: Antonio Carlos Jobim, A&M 1967)

Echte vakmensen komen vaak met andere voorkeuren dan je zou verwachten. Deze plaat van Antonio Carlos Jobim (met onder meer bassist Ron Carter en trombonist Urbie Green) vond engineer Van Gelder gewoon perfect, vanuit zijn professionele standpunt.

Deel bericht

Laatste nieuws