Menu Sluiten

Recensie: Mark Guiliana in TivoliVredenburg

Drummer Mark Guiliana speelde op 28 oktober met zijn Jazz Quartet in Utrecht. Live is zijn laatste album technisch niet reproduceerbaar. Met Shai Maestro op piano, Jason Rigby op saxofoon en Chris Morrissey op contrabas speelde Guiliana een afwisselende set.

Tekst: Freek Dijkstra | Foto’s: Ward Mevis

Op the sound of listening, het nieuwe album van het Mark Guiliana Jazz Quartet, hoor je vaak meer dan vier mensen tegelijk spelen. Het openingsnummer a path to bliss is verrijkt met overdubs. Daardoor zijn soms niet alleen Shai Maestro op piano, Jason Rigby op saxofoon, Chris Morrissey op contrabas en Guiliana op drums te horen. Maar komen ook fluiten en de basklarinet van Rigby en hoge bel-achtige pianogeluiden van Maestro voorbij.

Foto: Ward Mevis

Boventoon voor akoestisch

Live is Guiliana’s laatste album the sound of listening album niet reproduceerbaar. Dus speelt Guiliana live als een ‘gewoon’ kwartet. Net als ook op de tweede helft van het album. Die zijn belofte als synthese tussen Guiliana’s elektronische-, en akoestische werk niet helemaal waar kan maken. Die twee kanten van zichzelf liet Guiliana de afgelopen jaren gescheiden bestaan. Het elektronische kwam op zijn Beat Music albums, het akoestische op zijn Jazz Quartet albums. Op zijn voorlaatste album Music For Doing (2022) kwam aan die schizofrenie een einde. Music For Doing integreert en verweeft het akoestische elementen op een hele natuurlijke manier in Guiliana’s elektronische wereld.  Op the sound of listening bestaan die werelden een beetje naast elkaar – met uitzondering van het magistrale a path to bliss. De rest van het album is gestructureerd in een afwisseling van een akoestisch nummer en dan weer een elektronisch nummer, waarbij de eerste categorie de boventoon voert.

Band met zwaargewichten

Live dus maar ‘gewoon’ als kwartet. Gewoon moet tussen aanhalingstekens omdat de band bestaat uit louter zwaargewichten. Hoewel alle muzikanten onbetwiste grootmeesters zijn, is de band bij tijd en wijle wat zoekende. Ze laten veel ruimte en spelen veel op de tast, vertrouwend op hun meesterschap. Eigenlijk een spannende werkwijze, maar het gaat ze geregeld net wat te gemakkelijk af. Zo gaat de spanning eruit. Dan wordt er bijvoorbeeld een frase rond gegooid als een frisbee. Maestro speelt iets, Rigby herhaalt het moeiteloos met een kleine variatie en Guiliana maakt het driehoekje af met een flinke mep op z’n cymbal. Een beetje alsof je kijkt naar een rondootje op de training van FC Barcelona.

Vol ongeloof

Dergelijke passage zijn soms intrigerend, vooral als de band heel zachtjes speelt. Maar werpen geregeld ook de vraag op waar deze band nou eigenlijk voor gaat. De grootste uitdaging voor dit kwartet is misschien nog wel om niet ‘gewoon’ vier enorm goede muzikanten te zijn. Gelukkig komen ze echter ook vaak samen om met een missie een nummer in te beuken. Daarbij staan alle neuzen met 180 kilometer per uur dezelfde kant op. Ook zijn er genoeg ‘Guiliana-momentjes’, waarop de drummer je van je sokken blaast met iets wat je nog nooit hebt gehoord. Je hoort in het publiek geregeld mensen vol ongeloof lucht uitblazen.

Grote intensiteit

De band heeft groot bereik aan intensiteit. Van Bob Marley’s Johnny Was – die op het album Family First (2015) staat – maakt de band een ingetogen ballad. Shai Maestro begint een prachtige lange intro. Hij zit als een soort automonteur onder de klep van zijn vleugel om met zijn vingers de snaren te manipuleren. Vervolgens komt Guiliana erin met een frase die duidelijk een eerbetoon is aan de drummers van zijn grote held Bob Marley. Contrasterend met die ingetogen zachte schoonheid klinkt de band tijdens andere nummers juist bijna als het Coltrane Quartet. Dan wordt Guiliana’s polyritmische beat verankerd in een enkele herhalende basnoot van zijn oude partner in crime Morrissey. Die als een paaldanser tegen zijn contrabas aan rijdt. Maestro vliegt er ineens boven met McCoy Tyner-achtige akkoorden.

Foto: Ward Mevis

Percussie

Later in de set begint Chris Morrissey in z’n eentje aan een nummer. Onopvallend sluipt Rigby naar de drumset van Guiliana, waar de vloer bezaaid ligt met percussie-instrumenten: schalen, schelpen, belletjes. Rigby en Guiliana gaan op de knieën en creëren samen een wolk aan percussiegeluiden die Morrissey’s solospel ondersteunt. Het publiek wordt zelfs getrakteerd op een knap staaltje acrobatiek als Guiliana zich vanuit zijn kikvors-positie volledig strekt om zijn ridecymbal te raken. Die toch zeker een meter buiten het bereik van de meeste drummers moet hebben gehangen.

Spel van Guiliana

Dat is niet de enige manier waarop Guiliana zich een uitzonderlijke drummer toont. De drumset van Guiliana klinkt fantastisch, dat lag dus niet aan de microfoons in de studio waar het album is opgenomen. Zijn touché reikt van vederlicht tot agressief, maar ook in zijn tedere spel hoor je de zwaartekracht achter de stokken die de vellen raken. Het valt vooral op hoe hij de toms en rims van zijn kit in zijn spel betrekt met zachte maar hard klinkende aanrakingen. Daarbij Guiliana het ook niet schuwt om zijn trouwring als drumstok in te zetten.

Stijlvast

Mark Guiliana is waarschijnlijk de meest invloedrijke jazzdrummer van zijn generatie. Zijn status is vergelijkbaar met Kurt Rosenwinkels gidsrol voor jazzgitaar. Dat Guiliana een van de meest geïmiteerde drummers in de jazz is, komt vooral doordat een groot deel van zijn stijl voor iemand die hem na probeert te doen heel technisch te reduceren is tot de ritmische frases die hij gebruikt: hoe hij de tel verdeelt, hoe hij zijn drum-‘n-bass-invloeden verwerkt in zijn spel, wanneer hij overgaat op triplets, enzovoorts.

Dit is een groot verschil met een drummer als Brian Blade, die veel moeilijker na te doen is. Omdat zijn geluid voor het grootste deel wordt bepaalt door touché en intuïtie. Guiliana is stijlvaster, meer vergelijkbaar met iemand als de minimalistische componist Steve Reich.

Foto: Ward Mevis

Touché belangrijk element

Maar Guiliana’s touché lijkt een steeds belangrijker element van zijn stijl te worden, zonder dat zijn typerende licks verdwijnen. Dit brengt ook aan het licht waarom veel mensen die Guiliana proberen na te doen daar niet in slagen: die reductie van Guiliana’s stijl tot enkel ritmische frases ging nooit volledig op, en Guiliana benadrukt dat nu steeds meer. Zijn spel wordt misschien wel steeds gevoeliger.

Toegift

Na het concert begint een joelend applaus die het kwartet terug de bühne op trekt voor een toegift. Guiliana en zijn mannen waren zichtbaar gecharmeerd van het enthousiaste publiek in de Hertz-zaal van de TivoliVredenburg, en spelen maar liefst drie nummers om de luisteraars te bedanken. Als het aan het publiek had gelegen was er nog een tweede toegift gekomen – daar werd in ieder geval hard genoeg voor geapplaudisseerd – maar dat werd door de lichttechnici voorkomen door alle lampen vol aan te zetten.

 

 

Deel bericht

Laatste nieuws