Menu Sluiten

North Sea Jazz: Ben Wendel, Melissa Aldana en Orquesta Akokán

The Seasons van saxofonist Ben Wendel (Kneebody) is een project dat al meedraait sinds 2015; bestaande uit een duet-serie van twaalf originele videoclips, geïnspireerd door Tsjaikovski’s twaalf pianostukken uit 1876.

Op de foto The Tower Of Power. 

Door Angelique van Os en Rik van Boeckel, fotografie: Daniël De Borger

Vorig jaar verscheen het gelijknamige album waarmee Wendel topmusici wist te strikken als Joshua Redman, Mark Turner, Ambrose Akinmusire, Aaron Parks en Gilad Hekselman. De laatste twee zitten vast in zijn kwintet en zijn dus vanavond ook te zien in de Madeira. En dat brengt naast bassist Matt Brewer en drummer Kendrick Scott veel klasse.

Het is duidelijk hoorbaar dat Wendel en zijn groep meters hebben gemaakt het afgelopen jaar. Het kwintet vult elkaar goed aan, zoekt ruimte en is dynamisch sterk.

De tenorsaxofonist met de warme, heldere klank maakt indruk met een virtuoze solo-feature van enkele minuten zonder band. Het gemak waarmee de Amerikaan speelt, de prachtige sound en de vlijmscherpe techniek zijn van uitzonderlijke klasse. Geen spierballen jazz, maar gedoseerd alles uit de kast halen. Tegelijkertijd leidt hij subtiel het volgende stuk in. En even later doet Hekselman hetzelfde met een swingend bluesy gitaarintro. Tsjaikovski had dit avontuur vast interessant gevonden.

Melissa Aldana

En we blijven bij de tenorsax. Dit keer met de Chileense Melissa Aldana in de hoofdrol. De in New York woonachtige musicus presenteerde onlangs haar vijfde album, Visions (Motema). De plaat is geïnspireerd en reflecteert op het werk van beeldend kunstenaar Frida Kahlo. Ze toont met dit album dat ze veel meer is dan het meisje dat als eerste instrumentaliste en als eerste Zuid-Amerikaanse muzikante in 2013 de Thelonious Monk International Jazz Competition won.

Met een andere bezetting dan op het album (Lage Lund, Josh Ginsburg en Kush Abadey) staat Aldana ook haar mannetje. Haar expressieve, lyrische en technische kundige spel gaat volledig op in de sterke ritmesectie. Het vele ‘notenspuwen’ mag wel wat minder, want na het eerste stuk Acceptence zijn de oren al aardig verzadigd. Maar dat is ook wel herkenbaar voor deze Amerikaanse stijl, waarbij ze volgens eigen zeggen haar weg moet vinden in haar verhalende uitbundige solo’s.

Hoog tempo

Ook in de daarop volgende composities razen Aldana’s improvisaties in hoog tempo voorbij, aangevuld door het virtuoze spel van Lund. De solo’s worden zelfs wat voorspelbaar door de lange notenreeksen, afgewisseld door hoge korte en zeer lage noten. Het is al lang duidelijk dat Aldana een uitmuntende saxofonist is, maar wellicht is het interessanter als ze meer doseert.

Nik Bärtsch

De Darling is dit jaar omgedraaid met de Amazon. De Zwitserse Nik Bärtsch en zijn Ronin sluiten hier vanavond af. Het viertal  (Sha op altsax en basklarinet, Tomy Jordi op bas en Kaspar Rast op drums),speelt repertoire van het laatste album Awase (2018, ECM). De gelaagde zen-funk van de band ontwikkelde zich de afgelopen zes jaar sterk doordat ze wekelijks konden optreden in Bärtsch eigen club Exil in Zürich.

Naast deze continuïteit, hebben de mannen veel getourd en dat is hoorbaar. De sound is volledig transparant. De repeterende soms dromerige dan weer donkere motieven en dynamiek vloeien naadloos in elkaar over.  Daarbij brengt de bijpassende lichtshow een extra suspense op de spannende thema’s. De conceptuele stukken, ook wel modules, schuiven vlekkeloos in elkaar over en nemen de luisteraar mee in een ritmisch strakke trip, waar niets is wat het lijkt.

Orquesta Akokán

Het Cubaanse Orquesta Akokán bracht Havana naar North Sea Jazz met een soms gelikte mambo show waaraan de blazers een jazzy touch gaven. Mooi was de solo van Jacob Plasse op de tres, het karakteristieke Cubaanse snaarinstrument, als intro van het  lied voor Elegua, een godheid uit de AfroCubaanse santería religie.

De Amerikaanse jazzpianist Michael Eckroth gaf net als de blazers deze Cubaanse bigbandmuziek een jazzy kleur mee. Zanger José Pepito Gómez nodigde het publiek uit om te dansen maar dat kwam pas los bij de Mambo Rapidito (hele snelle mambo). En bleef dat zelfs doen op een bolero, een relaxede en romantische Cubaanse muziekstijl.

Maar uiteindelijk miste Orquesta Akokán toch de klasse van bekende Cubaanse groepen als Los Van Van en Charanga Habanera. Er waren momenten dat het overtuigend was maar soms was het rommelig en werd een pakkend nummer plotseling afgebroken. En dat haalde de vaart uit het optreden. Gelukkig waren de solo’s van de saxofonisten (tenor en bariton) wel goed. Maar in zijn geheel was het optreden wisselvallig,

 

Deel bericht

Laatste nieuws