Het was een van de zeldzame keren dat een interview met een Amerikaanse jazzmuzikant totaal in de soep liep. Medio 1970 gingen we naar een afgeleefd hotelletje in Amsterdamse voor een interview met vibrafonist Bobby Hutcherson.
Tekst: Bert Vuijsje | Foto’s: Scott Wenzel – Mosaic Records
Het was een van de zeldzame keren dat een interview met een Amerikaanse jazzmuzikant totaal in de soep liep. Medio 1970 betraden Simon Korteweg en ik een afgeleefd hotelletje in Amsterdamse voor een interview met Bobby Hutcherson. De vibrafonist was op tournee met het kwintet dat hij leidde met tenorist Harold Land. We stelden ons er veel van voor, want Hutcherson had een belangrijke rol gespeeld in de jazz van de jaren 60.
Onthutsend antwoord
Bij het betreden van de hotelkamer werd ons snel duidelijk dat er weinig van het interview terecht zou komen. Hutcherson was zo high als een leeuwerik. Drummer Joe Chambers zat er haast net zo vaag bij en alleen pianist Hal Galper, de enige witte man in het gezelschap, wilde zich wel met ons verstaan. Dat is te zeggen: hij begon vrijwel onmiddellijk een tirade tegen ons af te steken. Wat kwamen we hier eigenlijk doen? Hoe zat het met het racisme in Nederland? En met de kapitalistische onderdrukking? Waarom stelden wij ons blad Jazzwereld niet in dienst van de wereldrevolutie?
Met veel moeite slaagden we erin precies 1 vraag aan Bobby Hutcherson te stellen en beantwoord te krijgen. ‘Meneer Hutcherson, u hoorde in New York tot de musici die bijna elke week in de platenstudio verschenen. Waarom bent u in 1967 naar Californië verhuisd?’ Het antwoord was toch nog verhelderend en onthutsend: ‘Ik was gearresteerd met een beetje marihuana op zak. Daardoor raakte ik mijn vergunning als taxichauffeur kwijt en toen kon ik in New York niet meer rondkomen.’
Hoofdrolspelers op de vibrafoon
De geschiedenis van de vibrafoon in de jazz was tot de jaren 60 uiterst overzichtelijk. Er waren 3 hoofdrolspelers. De superswingende Lionel Hampton met zijn explosieve bigband. Verder de fijnzinnige Red Norvo met zijn trio, aanvankelijk met gitarist Tal Farlow en bassist Charles Mingus. En Milt Jackson, die zowel in het Modern Jazz Quartet als daarbuiten excelleerde met zijn bezielde, bluesy spel. Vanaf 1960 kwam daar een meestervibrafonist bij. Bobby Hutcherson werd in 1941 geboren in Los Angeles en verhuisde in 1963 naar New York, waar hij al snel een prominente positie kreeg. Hij speelde mee op een reeks fameuze Blue Note-albums. Onder meer Jackie McLeans One Step Beyond, Grant Greens Idle Moments, Andrew Hills Judgment en Eric Dolphy’s Out to Lunch.

Ontluikende vrijere jazzvormen
Bobby Hutcherson had voor de vibrafoon gekozen toen hij als 12-jarige Milt Jackson hoorde spelen op een plaat met Miles Davis en Thelonious Monk. Jackson bleef aanvankelijk Hutchersons grote voorbeeld, maar eenmaal in New York kreeg hij oor voor de ontluikende vrijere jazzvormen. ‘Iedereen was bezig met ontdekken,’ herinnerde hij zich in 1998. ‘Je kon altijd een after hours-sessie vinden en iedereen was aan het componeren. You just had to get out and listen. Op een dag deed Sun Ra iets in Central Park met 100 muzikanten. Op een gegeven moment speelden alle saxofonisten fluit, en het klonk alsof elke vogel in de wereld daar was. Na zulke ervaringen ging je meteen naar huis om iets te schrijven, becoming part of it.’
Eregalerij van meespelende musici
Naast zijn baanbrekende Blue Note-opnamen met Eric Dolphy, Andrew Hill en Jackie McLean was Bobby Hutcherson ook te horen op 2 Impulse!-albums met saxofonist Archie Shepp: New Thing At Newport en On This Night. Maar bij zijn debuut als leider bij Blue Note, in december 1963, waren de nieuwe geluiden nog niet hoorbaar. Het album The Kicker, dat pas in 1999 werd uitgebracht, roept zelfs de vraag op of het oorspronkelijk niet bestemd was om onder de naam van saxofonist Joe Henderson te verschijnen. Het is onderdeel van de 7-cd-box Classic Bobby Hutcherson Blue Note Sessions 1963-1970, die is uitgekomen op het Amerikaanse label Mosaic Records. De muziek van 11 albums is erop verzameld. En de lijst van meespelende musici vormt een ware eregalerij: onder anderen trompettist Freddie Hubbard, de saxofonisten Joe Henderson en Harold Land, de pianisten McCoy Tyner, Andrew Hill, Herbie Hancock en Chick Corea, gitarist Grant Green, de bassisten Ron Carter en Richard Davis, en de drummers Billy Higgins en Joe Chambers.
Nieuwe paden
Vanaf Components uit juni 1965 begon Bobby Hutcherson eigen composities bij te dragen, en ook de keuze van Ornette Colemans Una Muy Bonita op het album Stick-Up! (juli 1966) maakte duidelijk dat de vibrafonist nieuwe paden wilde inslaan. Toch zette hij eind 1967 een stap in een andere richting door samen met de meer traditioneel georiënteerde saxofonist Harold Land een kwintet te beginnen. Die groep had internationaal aardig wat succes en nam tussen 1968 en 1970 op Blue Note 4 albums op.
Het eerste, Total Eclipse, voorafgegaan door 3 weken onafgebroken spelen in New Yorkse jazzclubs, is volgens menigeen het beste. In 1982 en 1983 volgden onder de naam The Timeless All Stars nog 2 albums op het Nederlandse Timeless-label door een sextet-bezetting met Hutcherson, Harold Land, trombonist Curtis Fuller en pianist Cedar Walton.

Worsteling met rockjazz
Het laatste Blue Note-album van het kwintet, San Francisco uit juli 1970, draagt de sporen van de worsteling met de toen opkomende rockjazz. Joe Sample speelt elektrische piano en John Williams elektrische bas. ‘Ons publiek is altijd uit op iets nieuws,’ zei Hutcherson in de hoestekst. ‘Onze groep is op zoek om die nieuwigheid te vinden, die uitbreiding.’ In een latere terugblik bekende hij: ‘Ik heb op sommige albums soms nummers opgenomen die niet cool waren, maar ik probeerde een groep bij elkaar te houden, wat een moeilijke klus is, and continue my dedication to bebop, which runs through it all.’
De grootste vibrafonist
De latere jaren in Californië waren niet makkelijk voor Bobby Hutcherson. Werk werd schaars en na een leven lang zwaar roken kreeg hij in 2007 longemfyseem. Uiteindelijk moest hij zelfs optreden met behulp van een beademingsmachine. Op 15 augustus 2016 stierf hij aan die ziekte in Montara, Californië, 75 jaar oud. In het Amerikaanse blad DownBeat gaf organist Joey DeFrancesco in 2013 een rake karakteristiek van Bobby Hutcherson: ‘Hij is de grootste vibrafonist aller tijden… Milt Jackson was de man, maar Bobby tilde het naar het volgende niveau. It’s like Milt was Charlie Parker, and Bobby was John Coltrane.’
De 7CD-box Classic Bobby Hutcherson Blue Note Sessions 1963 – 1970 Limited Edition Box Set is uitgebracht door Mosaic Records. Klik meer informatie