Aan het einde van 1964 beging de legendarische presentator en labelman Pete Felleman (1921-2000) feitelijk een vorm van heiligschennis.
Felleman was op dat moment al enkele jaren een zwaargewicht bij het Nederlandse Artone en had de supervisie over sublabel Funckler. Daarmee slaagde hij er op wonderlijke wijze in de prestigieuze Amerikaanse Reprise-releases van Frank Sinatra in Nederland uit te brengen.
Reprise was begin jaren zestig door Sinatra opgericht, omdat hij na zijn Capitol-periode meer artistieke (en vermoedelijk óók financiële) speelruimte wilde. En Sinatra had al jaren één grote wens: eindelijk een full album samen maken met zijn vriend uit New Jersey, Count Basie.
Sinatra, Basie & een nieuwe standaard
Die samenwerking kwam er in 1962 met Sinatra – Basie: An Historic Musical First. Arrangeur Neal Hefti, die eerder The Atomic Mr. Basie (1958) de moderne draai gaf, leverde arrangementen die Sinatra’s repertoire structureel zouden beïnvloeden. Pennies From Heaven werd vanaf dat moment een van Sinatra stalpaarden tot het einde van zijn carrière.
In 1964 volgde logischerwijs een vervolg: It Might As Well Be Swing. Maar ditmaal met een nieuwe arrangeur: Quincy Jones. Daar rolden ook de definitieve versies van Fly Me To The Moon en The Best Is Yet To Come uit. Die laatste woorden belandden zelfs als tekst uiteindelijk op Sinatra’s grafsteen.
Fellemans bizarre ingreep
De Funckler-release in Nederland kreeg echter een ander hoesontwerp en een afwijkende tracklist. Felleman zette in het midden van kant A een volledig ander nummer: Softly, As I Leave You. Een semi-hit, maar Een met een geheel afwijkende soft-rock toon uit een sessie met een ander orkest. En hij gooide juist I Believe In You eraf. Terwijl dat een van de meest swingende uitvoeringen van dit album was. Wereldwijd gebeurde dit nergens anders. Het blijft een van de meest raadselachtige, slecht verdedigbare ingrepen uit de Nederlandse Sinatra-distributiegeschiedenis.
Exacte reproductie uit de jaren 60
Gelukkig staat het oorspronkelijke nummer weer glorieus op het dubbelalbum dat nu onder de naam The Giants Of Jazz in een luxe vinyl-uitvoering op de markt is gezet. Een ronkende betiteling voor een heruitgave van twee platen uit de jaren zestig. De eerste is dus It Might As Well Be Swing, de tweede schijf is de enige keer dat Sinatra en het orkest van Duke Ellington een plaat maakten: Francis A. & Edward K. (1968). Hoewel de samenwerking niet op alle punten bevredigend was (het orkest kwam wat ‘under rehearsed’ in de studio), leverde de plaat wel een paar prachtnummers op, zoals Indian Summer. Met een roerende solo van altsaxofonist Johnny Hodges. Sinatra kwam hem dat zelfs persoonlijk even zeggen.
Aan de beide albums van dit pakket is niets speciaals toegevoegd, men heeft de originele uitvoering genomen. Geen alternate takes. Je zou ook kunnen opperen dat een drieluik (met Sinatra – Basie uit 1962) een logischer bundeling had kunnen zijn. Aan het geluid is overigens wel wat gedaan; vooral op de plaat met Basie lijkt de sound van drummer Sonny Payne nu wat meer naar voren gehaald. Heel aannemelijk, want hij vormde in de vele livesessies met Sinatra in de jaren daarna een spectaculaire tandem.
Coen de Jonge
The Giants of Jazz: Frank Sinatra & Count Basie & Duke Ellington (Capitol Records/UMe/Universal)



